Henk van der Pol
Hendrik Andries van der Pol (Deventer, 20 februari 1915 – Den Haag 13 mei 1987) was de chauffeur van de opperbevelhebber van Nederland, Generaal Henri G. Winkelman. Toen de generaal op 2 juli 1940 krijgsgevangen werd genomen is hij hem op 11 juli 1940 vrijwillig in krijgsgevangenschap gevolgd. Gedurende de hele oorlog heeft hij met de Nederlandse generaals gevangen gezeten.
Inhoud
- Dienstplicht
- Mobilisatie en de meidagen 1940
- Krijgsgevangenschap
- De bevrijding
- Na de oorlog
- Beroeps militair
- Rangen
- Onderscheidingen
Dienstplicht
De burgemeester van Ede, schreef op 19 september 1934 dat hij als gewoon dienstplichtige van de lichting 1935 was toegewezen aan de Schoolcompagnie van de motordienst, 2e ploeg, in het garnizoen van Haarlem. Het tijdvak van inlijving was 16 – 25 oktober 1935. Op 21 oktober 1935 is hij ingelijfd als Gewoon Dienstplichtige. Bij die Schoolcompagnie heeft hij zijn opleiding tot chauffeur doorlopen. Zijn militair rijbewijs werd op 19 maart 1936 afgegeven door de commandant van het Korps Motordienst. Op 4 april 1936 heeft hij het examen voor chauffeur met ruime voldoendes behaald en zijn chauffeursdiploma verkregen. De volgende dag 5 april 1936 werd hij met groot verlof gestuurd. Op 5 september 1938 keerde hij terug in militaire dienst.
Mobilisatie en de meidagen 1940
In 1939 werd hij in het kader van de mobilisatie ingedeeld als chauffeur bij de Generale Staf. Zijn bewijs van toegang tot de Generale Staf is gedateerd 1 april 1939. Aanvankelijk reed hij luitenant-generaal I.E. Reynders, maar na de aanstelling tot opperbevelhebber werd hij de chauffeur van generaal Winkelman. Met de generaal heeft hij vele uren in de auto doorgebracht. Toen Generaal Winkelman vlak voor de Duitse inval thuis sliep, werd Henk van der Pol ondergebracht in de chauffeurswoning aan de Schouwweg nr. 75. Toen hij de generaal wilde ophalen om naar de Generale Staf te brengen werd hij door sluipschutters beschoten vanuit de bomen. Dat is de reden waarom hij niet op tijd bij de generaal kon komen en de generaal door zijn buurman is weggebracht. Na het bombardement van Rotterdam heeft hij generaal Winkelman door brandend Rotterdam gereden om de capitulatie in Rijsoord te ondertekenen.
Krijgsgevangenschap
Generaal Winkelman had dan wel de capitulatie ondertekend, maar daarmee was de staat van oorlog nog niet beëindigd. “Gecapituleerd, niet verslagen”. Waar mogelijk probeerde de Generaal te voorkomen, dat bedrijven die voor Defensie werkzaamheden hadden verricht, mee zouden werken met de bezetters. Op de verjaardag van Prins Bernhard verscheen de generaal onverwachts bij het paleis aan het Noordeinde om het felicitatieregister te ondertekenen. Spontaan werd door de fanfare het Wilhelmus gespeeld. De toegestroomde menigte was enthousiast. Aanleiding voor de Duitsers om de generaal op 1 juli op te pakken en af te voeren in krijgsgevangenschap.
Hendrik Andries van der Pol heeft zich op 10 juli 1940 samen met de adjudant van de generaal en de adjudant van de koningin, uit solidariteit met de generaal, bij de autoriteiten gemeld om de generaal te mogen vergezellen in krijgsgevangenschap. Dat werd toegestaan. De chauffeur mocht wel direct bij de generaal, maar de twee adjudanten niet. De generaal bevond zich in een kamp met opperofficieren. Toen Henk van der Pol aan de generaal vertelde, dat de twee adjudanten zich bij hem hadden willen voegen, maar niet werden toegelaten, heeft generaal Winkelman aan de Duitsers verzocht overgeplaatst te worden naar het kamp van de adjudanten. Vanuit Königstein, waar de generaal aanvankelijk gevangen werd gehouden is het gezelschap toen overgeplaatst naar Hohenstein.
Henk van der Pol heeft met de generaals H.G. Winkelman, J.J. G. van Voorst tot Voorst, H. van Voorst tot Voorst, P.W. Best, A.R. van der Bent, H.C.G. van Lawick en viceadmiraal van Laer gevangen gezeten in achtereenvolgens, Königstein (Oflag IVB/H), Hohenstein (Oflag IVB/Z), Johannesbrün (Oflag VIII), Lienz (Oflag XVIII), Schokken (Oflag XXI) en wederom Königstein (Oflag IVB).
In kamp Königstein had generaal Winkelman een kamer naast de Franse generaal Giraud. Deze generaal is op een geven moment uit gevangenschap gevlucht en in Noord-Afrika terecht gekomen. Omdat er veel Franse officieren waren kreeg Henk van der Pol van generaal Winkelman Franse les.
In Hohenstein konden de krijgsgevangen in de gevangenen-afdeling van de kerk in het dorp de dienst bijwonen. In dit kamp kwamen later nog diverse officieren en generaals uit Nederland. De generaals werden uiteindelijk overgeplaatst naar Johannesbrün. Daarvoor moesten ze twee dagen met de trein reizen.
Johnnesbrün ligt in de Kreiss Troppau. Van oktober tot april lag er sneeuw. De kerkdiensten werden geleid door een Duitse dominee uit Zeist, die bij de broedergemeente zat. Deze dominee functioneerde als tolk. In het kamp zaten veel Poolse generaals en 1 generaal uit Noorwegen. Met de Poolse generaals raakte generaal Winkelman bevriend. Onder hen bevond zich ook de verdediger van Warschau.
Vervolgens werden de generaals over geplaatst naar Lienz in Oostenrijk. De legering vond plaats in barakken. Hierin bevonden zich ook wandluizen. Vanuit het kamp hadden ze uitzicht op de Gross Klockner. De gevangen mochten wandelingen maken buiten het kamp, maar wel onder bewaking. Door overreding van de Nederlandse generaals gingen vele Franse officieren niet meer werken voor de Duitsers (bij boeren). Voor straf werden de Nederlanders overgeplaatst naar Schokken. Of de Fransen ook mee moesten is niet bekend.
Schokken ligt bij Posen. Onderweg naar Schokken moest worden gewacht op het station van Wenen. Op dat station verzochten de Nederlandse officieren aan Oostenrijkse meisjes om thee te zetten. Die meisjes hadden in Nederland gewerkt. Daarom deden ze dat graag, ondanks de lelijke gezichten van de Duitse militairen. In Schokken was het heel erg koud. Henk van der Pol heeft daardoor ook bevroren oren gehad. In dat kamp bevonden zich veel Noorse officieren en Joegoslavische generaals. Enkele daarvan zijn in dat kamp gebleven. De bewakers en de Duitse officieren waren erg onhebbelijk.
Tot slot kwamen ze weer in Königstein aan de Elbe terecht. Generaal Winkelman deed elke dag aan sportoefeningen. Een Duitse generaal, die op bezoek kwam was niet welkom bij de generaal. Vele Franse generaals waren pro Petain. Generaal Winkelman werd vanuit dit kamp voor een operatie in een ziekenhuis opgenomen. Daaruit werd hij veel te vroeg ontslagen, wegens de vlucht van een Nederlandse korporaal van de marechaussee. Omdat alles steeds krapper werd, bewaarde generaal Winkelman het schuim in zijn scheerbakje om scheerzeep te sparen. In dit laatste kamp waren zij getuige van het bombardement van Dresden. Half verbrande bankbiljetten dwarrelden het kamp binnen.
De bevrijding
Aanvankelijk werd kamp Königstein door de Russen bevrijdt. Toen zij in de gaten kregen, dat er hoge Europese officieren in het kamp aanwezig waren hebben zij zich terug getrokken om de Amerikanen de gelegenheid te geven de officieren naar het westen af te voeren. Met een vliegtuig werden zij uiteindelijk naar België gevlogen, om vandaar op 13 mei 1945 naar Nederland terug te kunnen gaan.
Op het Bettekamperpad in Ede hadden de buren en de familie zich opgemaakt om Henk van der Pol een mooi welkom te geven. Henk voelde daar niet veel voor. Na de gevangenschap had hij geen behoefte aan die feestelijkheden. Via de achterdeur is hij het huis ingeslopen.
Na de oorlog
Generaal Winkelman heeft Henk van der Pol in eerste instantie gevraagd weer zijn chauffeur te worden. Dat is helaas niet door gegaan, omdat generaal Winkelman werd benoemd tot militair raadsheer bij de Bijzondere Raad van Cassatie. De aanvankelijke functie in Duitsland, die generaal Winkelman zou gaan vervullen, ging niet door. De generaal had hem gevraagd met hem mee te gaan naar Duitsland. Omdat de generaal een militaire gezags auto ter beschikking werd gesteld, en daarin geen chauffeur mocht zijn, die zelf niet tot de gezags troepen behoorde, kon Henk van der Pol niet langer de chauffeur van de generaal zijn. Het heeft de generaal gespeten, dat Henk hem niet tot het laatst als chauffeur heeft kunnen dienen. Henk heeft vervolgens een verzoek ingediend om bij het Departement van Oorlog werkzaam te mogen zijn. Generaal Winkelman heeft daarin bemiddeld en kon mee delen, dat door het Departement van Oorlog aan de commandant van het troependetachement Departement van Oorlog en de commandant van het troependetachement 13 was opgedragen in gezamenlijk overleg Henk van der Pol te plaatsen als chauffeur van het Departement van Oorlog in afwachting dat er voor hem een plaatsing in een betrekking was gevonden.
Beroeps militair
Na zijn plaatsing als chauffeur bij het Departement van Oorlog werd hij op 1 februari 1949 als vrijwilliger bij de Koninklijke Landmacht verbonden bij het Regiment Aan- en Afvoertroepen voor de tijd van 6 jaar.
Dat verband werd op 1 februari 1955 verlengd voor onbepaalde tijd.
Op 17 juni 1958 werd hij gedetacheerd bij de Onderofficiersschool voor het volgen van een cursus.
Direct daaraan gekoppeld werd hij op 15 september 1958 gedetacheerd bij de School Aan- en Afvoertroepen tot 6 december 1958.
Tot 1967 bleef hij daarna bij de Garnizoensgarage van de Aan- en Afvoertroepen in de Frederikskazerne te Den Haag.
De laatste jaren van zijn loopbaan was hij werkzaam bij de Inspectie Vervoer In de Juliana Kazerne te Den Haag.
Uiteindelijk is hij op 1 januari 1973 eervol ontslagen uit militaire dienst.
Met ingang van 20 februari 1980 is hij officieel gepensioneerd.
Rangen
Korporaal – 17 december 1938
Tijdelijk Sergeant-Majoor voor speciale diensten – 1 juli 1947
Tijdelijk Sergeant-Majoor- Instructeur – 1 februari 1949
Sergeant – 1 augustus 1951
Sergeant der 1e klasse – 1 oktober 1952
Sergeant-Majoor-Instructeur – 6 december 1958
Adjudant-Onder-Officier-Instructeur – 1 november 1968
Onderscheidingen
Voor zijn standvastige houding in 1940 en de bijzondere diensten, aan alle generaals in krijgsgevangenschap bewezen, is bij Koninklijk Besluit van 14 september 1946, nr. 4 aan Hendrik Andries van der Pol de bronzen eremedaille met de gekruiste zwaarden van de Orde van Oranje Nassau toegekend.
Op 3 mei 1950 werd de bronzen medaille voor 12 jaar trouwe dienst uitgereikt.
De zilveren medaille voor 24 jaar trouwe dienst werd hem op 28 april 1962 uitgereikt